De Cu Chi tunnelsDe ondergrondse tunnels van Cu Chi zullen waarschijnlijk diepe indruk op u maken. Deze tunnels liggen 35 kilometer ten noordwesten van Ho Chi minh stad en tijdens de Vietnamoorlog vormde dit 265 kilometer lange gangenstelsel een grote Vietcongbasis. Er lagen hier commandoposten, veldhospitalen, wapenfabrieken, keukens, leslokalen en woonkwartieren van de Vietcong. Naast een schuilplek werden de tunnels ook gebruikt om de Amerikanen onverwachts aan te kunnen vallen. Er zijn destijds ook veel nepingangen en valkuilen gebouwd om de vijand te misleiden. Als u zelf een stukje door de gangen wilt kruipen is het aan te raden oude kleren te dragen en eventueel een zaklamp mee te nemen. De originele tunnels zijn erg smal, maar een aantal tunnels is groter gemaakt, zodat ook westerse mensen een beeld kunnen krijgen van de omstandigheden waaronder vele Vietnamezen tijdens de oorlog geleefd hebben.
Tunnelcomplex van Củ ChiHet tunnelcomplex van Củ Chi is een immens netwerk van ondergrondse tunnels in het district Củ Chi van Ho Chi Minhstad, Vietnam. Het complex is onderdeel van een nog groter tunnelnetwerk dat vrijwel onder het gehele land doorloopt. De tunnels waren de locatie van verschillende militaire campagnes tijdens de Vietnamoorlog. Geschiedenis Na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog werd Vietnam weer een kolonie van Frankrijk: Frans Indochina. Tegenstanders van het Franse regime, de communistische Vietminh-strijders, gingen van start met het graven van een tunnelcomplex ten noordwesten van de hoofdstad Saigon. Na de slag bij Dien Bien Phu, die de nederlaag en het vertrek van de Franse troepen inluidde, werden deze tunnels door de communistische strijders uit Noord-Vietnam onderhouden met het oog op de nakende strijd met Zuid-Vietnam. Het zwaartepunt van het tunnelnetwerk lag in het district Cu Chi en het strekte zich uit over minstens 300 km van ondergrondse gangen. Als de stand van het grondwater het toeliet werden verschillende niveaus gegraven, vaak met elkaar verbonden door deuren die met boobytraps waren beveiligd. De gangen waren smal, volgden dikwijls een zigzag patroon en hadden vaak bochten ter bescherming tegen explosies. Regelmatig werd er ook een doorgang in U-vorm gebruikt die vol water stond om de verspreiding van gifgassen tegen te gaan in de tunnels (waterslot). De tunnels waren bezaaid met allerlei valkuilen om ongewenste indringers te verjagen: granaten, scherpe bamboestokken, giftige slangen, valse doorgangen die leidden naar een tot de tanden bewapende guerrillastrijder... En als dat nog niet voldoende afschrikwekkend was waren er nog eens een heleboel dieren uit de jungle die in de tunnels een goed onderkomen vonden. De tunnels vormden een wereld op zich: er waren ondergrondse werkruimtes waar niet ontplofte Amerikaanse munitie werd omgebouwd tot boobytraps, hospitalen met operatiezaal, slaap- en eetruimtes, vergaderzalen, wapen- en voedselopslagplaatsen en zelfs theaters waar door de strijders poëzie werd voorgedragen of toneel werd gespeeld. Pogingen werden ondernomen om de tunnels op te blazen met explosieven, maar dit had niet veel succes wegens van de hardheid van de ondergrond en door de vele bochten in de tunnels die het effect van explosies minimaliseerden. Bovendien herstelde de Vietcong de vernietigde tunnels snel. De Amerikanen stuurden afgerichte honden in de tunnel om de guerrilla’s eruit te jagen, maar deze dieren werden bijna steeds gedood door de communistische strijders of door de talrijke boobytraps die in de tunnels aangebracht waren. De Amerikaanse genie heeft meermaals getracht een tunnel te vullen met traangas om zo de Vietcong aan de oppervlakte te krijgen. Dit was echter weinig succesvol omdat de tunnels meestal uitgerust waren met doorgangen die konden worden afgesloten en met watersloten die de verspreiding van gas ondergronds tegengingen. De tunnelratten waren allemaal vrijwilligers, zij waren dus in tegenstelling tot de gewone GI wel gemotiveerd voor hun taak. Velen onder hen waren van Mexicaanse of Puerto Ricaanse afkomst, hun kleine en tengere lichaamsbouw was een voordeel in de smalle tunnels. De tunnelratten waren hoog aangeschreven bij de andere troepen omdat ze getuigden van uitzonderlijke moed. Zij gingen immers de strijd met de vijand één-tegen-één aan in de duistere claustrofobische wereld van de met boobytraps gevulde tunnels, enkel gewapend met een pistool, een mes en een zaklamp. In de smalle tunnels was er immers geen ruimte om met een machinegeweer rond te kruipen. Sommige tunnelratten communiceerden met de buitenwereld via een telefoon of walkietalkie, maar de meesten verkozen te opereren in totale stilte om het minste geluid te kunnen opvangen. |