Cham Museum

Het Cham Museum (Bao Tang Cham; Museum of Cham Sculpture) mag beslist niet ontbreken bij een bezoek aan Danang. Het werd in 1915 gesticht door de Ecole Francaise d'Extreme Orient.

Het museum bevat beelden uit de 4e tot de 15e eeuw. Het museum is mooi gesitueerd en bevat 300 religieuze figuren en voorwerpen uit opgravingen in de provincies Quang Nam, Binh Dinh en Quang Binh, o.a. My Son, Dong Duong (Indrapura), Khuong My, Tra Kieu (Simhapura) en Thap Mam (Binh Dinh). De beelden zijn geordend naar stijl en periode. Bij het Tourist Office of in de boekwinkel is (soms) een engelstalige gids van het museum verkrijgbaar.
Een veel voorkomend element in de Cham kunst is de tepel. Dit is het symbool van Urajo (letterlijk "vrouweborst"), de Moeder van het Rijk, de oermoeder van de Cham dynastieën. De linga, het phallus-symbool van Shiva, komt ook veelvuldig terug en duidt op de invloed van het Indiase Hindoesme. Reeds vanaf de 4e eeuw werd de Cham kunst ook beïnvloed door het Mahayana Boeddhisme. Tevens zijn er invloeden vanuit Java, Khmer en Dai Viet.

My Son Zaal (8e en 9e eeuw).

Deze zaal is links van de ingang. Het My Son complex werd oorspronkelijk gebouwd door koning Bradravarman. Hij bezocht My Son tijdens oorlogen, om de zegen van Vishnu en Shiva af te smeken.

De beelden in de My Son Zaal laten zien dat de Cham kunst is beïnvloed door Indiase en Khmer en zelfs ook door Thai kunstvormen. In de My Son Zaal staan o.a. beelden van Dan Sinh Than Brahma (de Hindoe God van de Schepping Brahma), Than Siva (de Hindoe God van Verwoesting Shiva) en Than Ganesa (de Hindoe God van Geluk Ganesh met zijn olifantekop die wijsheid en geluk symboliseert en de slang on zijn lichaam die zijn ziel voorstelt). In de zaal staat ook het prachtige My Son Altaar, een meesterwerk van Cham kunst met afbeelding van rituelen van Hindoe priesters.

Tra Kieu Zaal (7e t/m 10e eeuw).

Deze zaal tegenover de ingang bevat beeldhouwwerk van eind 7e tot en met de 10e eeuw. Onder de vroege werken zijn er vele van dieren. In het midden van de zaal staat het prachtige Tra Kieu Altaar uit de 7e eeuw. Rond de basis zijn vier relièfs met voorstellingen uit de Ramayana in een stijl benvloed door Amaravati (Zuid-India). Het eerste reliëf vertelt het verhaal van prins Rama die de heilige boog Rudra brak en daarmee van koning Janak de hand van prinses Sita won.

Op het tweede reliëf ziet u de gezanten die koning Janak zond naar het hof van koning Dasarantha, de vader van prins Rama en die de koning geschenken aanbieden. Het derde reliëf toont de huwelijksceremonie van prinses Sita met prins Rama en van drie broers van Rama met drie nichten van Sita. Op het vierde reliëf ziet u elf danseressen die bloemen aanbieden aan de bruidsparen. De afbeeldingen van de vrouwen tonen een duidelijke Khmer invloed. Links en rechts van het altaar zijn lingas, de symbolen van Shiva. In een hoek is een prachtige schrijn uit de 10e eeuw met daarop afbeeldingen van danseressen met een gracieus gebogen lichaamshouding in de Tribhanga positie. De stijl heeft een Indonesische invloed, vanwege de relaties tussen het noordelijke Cham hof met Java in de 10e eeuw.

The An My Zaal (8e eeuw).

In de The An My Zaal staan beelden uit het begin van de 8e eeuw. Het zijn mensenfiguren met krullend, neerhangend haar, grote ogen, lange rechte neuzen en dikke lippen. Dong Duong Zaal (9e en 10e eeuw). Deze zaal bevat diverse Boeddha-beelden uit het einde van de 9e en het begin van de 10e eeuw. De beelden laten zien dat het Boeddhisme in deze periode een grote invloed had in het Cham Rijk. In het grote Dong Duong Altaar is een bronzen beeld van Lokesvara. Ook zijn er gesneden afbeeldingen met de verhalen van het Mahayana Boeddhisme.

Daaronder is een afbeelding van koningin Maya die in de Lumbini tuin haar zoon prins Siddharta (Boeddha) baart.

Khuong My Zaal (10e eeuw).

De beelden van na de Dong Duong periode tonen een Khmer invloed, hoewel tevens de kenmerken van Dong Duong aanwezig bleven. Karakteristiek voor de Khuong My periode zijn de gecompliceerde hoofdtooien.


Chanh Lo Zaal (11e eeuw).

De 11e eeuw was een periode waarin er veel onrust was in het Cham Rijk, waardoor men minder naar buiten was gericht. De beelden tonen minder Javaanse invloed en worden meer karakteristiek Cham in stijl.

Thap Mam Zaal (12e t/m 14e eeuw).

In deze periode zijn er veel beelden in de Angkor (Khmer) stijl. Daaronder zijn vele gesneden afbeeldingen van dieren die lijken op die van de Tra Kieu stijl. De figuren zien er zeer elegant uit en er werden decoratieve patronen gebruikt.



Yang Mum Zaal (14e en 15e eeuw).

In de Yang Mum Zaal staan beelden uit Gia Lam in de provincie Kon Tum. Ze dateren uit het einde van de 14e en het begin van de 15e eeuw. De beelden hebben een driehoekige vorm met de benen verborgen, een voor Cham kunst zeer ongewone stijl.

terug inhoud