Orchideeën

De orchideeënfamilie (Orchidaceae) is een van de grootste plantenfamilies op aarde. Het aantal soorten wordt op zo rond de 20.000 geschat. Wereldwijd zijn meer dan duizend geslachten bekend welke verdeeld worden over tientallen subfamilies. Orchideeën worden ook wel eens kort orchis genoemd, wat ook de naam van een specifiek geslacht is.
De naam 'orchidee' is afgeleid van Orchis. De Griekse filosoof Theophrastus was in 300 v.Chr. de eerste die het geslacht beschreef. De naam Orchis (όρχις) heeft mogelijk betrekking op de dubbele wortelknol: het Griekse 'orchis' betekent ook teelbal.

Kenmerken

Orchideeën staan bekend om hun bloemen, die er soms vreemd uit kunnen zien. Ook de wilde flora in de Benelux kent soorten met opvallende bloemen. Vaak zijn er speciale aanpassingen aan bepaalde soorten dieren en dan met name insecten. Vele soorten zijn in de twintigste eeuw achteruitgegaan in deze regio. Waar eertijds vele graslanden in mei en juni werden gekleurd door de orchideeën zijn ze nu vaak beperkt tot natuurreservaten.
Orchideeën hebben doorgaans stoffijn zaad. Deze heel kleine zaden kunnen gemakkelijk door de wind over grote afstanden worden vervoerd. En zo kunnen ze relatief gemakkelijk nieuwe geschikte groeiplaatsen koloniseren. Op die plaats moet dan wel de voor de kieming noodzakelijke schimmel aanwezig zijn, omdat het zaad zonder de schimmel niet kan uitgroeien. Voorts kost het vaak vele jaren om tot een volwassen vruchtdragend exemplaar uit te groeien. In de Benelux staan vele orchideeën bekend als fijnproever. Ze stellen gemiddeld hoge eisen aan hun groeiplaats. Ze leven vaak in mutualistische symbiose met een schimmel (in de vorm van een mycorrhiza) waarmee ze voedingsstoffen uitwisselen.
In regenwouden groeien bepaalde soorten als epifyt hoog in de bomen. Sommige van deze epifyten worden tegenwoordig als kamerplant gehouden. Ook andere soorten zijn populair als kamerplant. Diverse soorten zijn met elkaar te kruisen en dit gebeurt dan ook veel. Omdat een soort voor de bestuiving afhankelijk is van een specifiek insect of vogel hebben ze geen andere barrières ontwikkeld. De bestuiving verloopt vaak via een complex mechanisme, bijvoorbeeld door bij een insect de hele meeldraden op het lijf vast te plakken en deze te laten meevoeren naar een andere bloem.

Bloemen

De bloem van een orchidee is meestal eenvoudig te onderscheiden van een andere bloem. De bloem is opgebouwd uit drie kelkbladen en drie kroonbladen. Het middelste kroonblad is afwijkend qua vorm en vergroot (de lip), zodat het een platform voor insecten vormt om makkelijker het centrum van de bloem te bereiken.
Oorspronkelijk was de lip van een orchidee opwaarts gericht en vormde zo een afdakje boven het gynostemium. Bij een aantal soorten, zoals de spookorchis (Epipogium aphyllum) en de vanilleorchis (Nigritella), is dit nog steeds het geval. Bij de meeste soorten echter draait de bloem zich bij het openen 180°, waardoor de lip neerwaarts wijst. Dit verschijnsel wordt resupinatie genoemd en zorgt ervoor dat de bloem zijn kenmerkende vorm krijgt.

overzicht inhoud