My Son

Mỹ Sơn is een tempelcomplex in de provincie Quang Nam in Vietnam, 69 kilometer ten zuidwesten van de stad Da Nang. Tijdens de dynastie van de Champa was het een keizerlijke stad.

Mystieke dansers van het  CHAMPA Rijk


Er zijn tijden wanneer 'mooi' een onvoldoende woord is. Dit is een van die momenten.
Voor mij zijn drie slanke jonge dames, dansen zoals ik nog nooit hebt gezien. Ze zijn visioenen van een verloren Koninkrijk. Hun glinsterende kostuums zijn symbolisch van vergeten mensen, van een tijdperk dat de tijd vergeten is.

De gouden uitgedoste nimfen verplaatsen zich met een genade en allure die tijdloos is. Het dansen in tegenstelling tot alle andere in de wereld; deze prestaties doet denken aan een oude dans van aanbidding. De enige plek wat gelijkend op dit, is uit de poses van beelden van gracieuze Koninklijke dansers of godinnen uit  Hindoetempels.
Toch, ik ben niet in India maar in Vietnam. Dit land is beter bekend als een thuis voor boeddhisten of communisten. Maar niet bekend met de buitenwereld, is dat Vietnam ooit het thuis was van een Koninkrijk van hindoes en moslims. Teruggaand honderden jaren, terug was centraal-Vietnam ooit bekend als het rijk Champa.
De Chams controleerden wat vandaag centraal Vietnam is, plus de gedeelten van Cambodja en Laos. Na verloop van tijd werden hun landerijen geleidelijk verloren aan oorlogen met de Vietnamese en de Khmers, totdat hun Koninkrijk helemaal verdween. Ze wonen nu alleen in verspreide gemeenschappen, gewoon weer een van Vietnam vele etnische minderheden.
Maar ik ben geboeid door de mooie dansende dames voor de bezoekers vandaag, hun culturele dansen zijn echt een prachtig spectakel. Als ik kijk naar de weergave, hoe knappe mannelijke dansers toetreden tot de sierlijke dames voor meer beweging.
Na deze indrukwekkende show verlaat ik het theater om de aangrenzende ruïnes van My Son te bezichtigen.



My Son is gebouwd tussen de 4e en de 12e eeuw. Het hindoestaanse heiligdom is een groot complex, bestaande uit meer dan 79 religieuze gebouwen, onder andere tempels en torens die onderling verbonden zijn door ingewikkelde ontwerpen van rode baksteen. Het belangrijkste gebouw is de toren die gebouwd is als woonplaats voor de goden, met name Shiva. De architectuur in My Son is één van de belangrijkste toeristische attracties in de provincie Quang Nam.

My Son, het Cham-tempelgebied.

Je mag in My Son niet van de paden af, in verband met mijnen die hier nog steeds liggen.

Geen plek toont meer de pijnlijke herinneringen aan de verwoestende Vietnamoorlog dan My Son. Hevige bombardementen hebben hier diepe kraters geslagen tussen monumentale tempels. In de gaten sijpelt het water dwars door het complex, dat nauwelijks stand heeft kunnen houden tijdens de zware gevechten tussen het Amerikaanse leger en de lokale krijgers uit Vietnam. Toch is er nog zoveel overgebleven, dat de UNESCO in 1999 heeft besloten het complex op te nemen op de Werelderfgoedlijst.


In lang vervlogen tijden was het tempelcomplex My Son het religieuze centrum van het Champa-koninkrijk. Tussen de zevende en de dertiende eeuw werd op deze plek in de provincie Quang Nam een groot tempelcomplex gebouwd. De uit roden bakstenen opgetrokken monumentale tempels en paleizen herbergden het hindoestaanse heiligdom. Tijdens de Vietnamoorlog verschool de Vietcong zich op deze plek voor de Amerikanen. Die lieten zich niet kennen en bombardeerden dit religieuze gebied. Tegenwoordig doen de overblijfselen dienst als een architectonisch en cultureel museum, waarbij veel geheimen over deze Champa-bevolking nog altijd niet prijs zijn gegeven.
Verwacht ook niet teveel van dit tempelcomplex. Een wandeling door My Son is vooral een wandeling tussen ruïnes. Toch geeft het een goed beeld over de bloei van de Champa-cultuur. In totaal werden 70 religieuze torens in elf groepen gebouwd. Van slechts twintig zijn er nog ruïnes over. Elke groep had de beschikking over één grote tempel gewijd aan de Shiva. Nu nog laat het tempelcomplex My Son zien hoe de Hindoestaanse architectuur zijn intrede deed in dit deel van Azië. De overblijfselen liggen verscholen tussen de dichtbegroeide groene natuur dat tussen de glooiende heuvels ligt.


De beste periode om My Son te bezoeken, is tussen januari en september. Tijdens dit droge seizoen zijn de temperaturen een stuk milder dan in de Vietnamese zomermaanden. Zo word je in het tempelcomplex niet verrast door een tropische regenbui, die je bezoek onaangenaam kan maken. Bovendien is het belangrijk om vroeg op de dag een bezoek aan My Son te brengen, zodat je de grote horde toeristen voor bent.

Het Koningkrijk CHAMPA

Het koninkrijk Champa ontstond in de 2e eeuw in het gebied rond het hedendaagse Da Nang in Vietnam. Het werd gesticht door de Cham, die niet etnisch gerelateerd zijn aan de Vietnamezen. Het koninkrijk wordt voor het eerst vermeld in de keizerlijke geschriften van China in 192 onder de naam Lin Yi (Lam Ap). Alhoewel het koninkrijk Funan, dat ten zuiden lag van Champa, niet beïnvloed was door China, werd Champa in de 1600 jaar van zijn bestaan regelmatig door de Chinezen bezet. Champa moest tijdens zijn bestaan regelmatig balanceren tussen twee buren die sterker waren qua inwoners en militaire macht, namelijk Dai Viet Quoc (Vietnam) en het rijk van de Khmers. Net als Funan was Champa een zeevarende handelsmacht en heerste ze slechts over een klein landgebied. Champa had contact met landen zo ver weg als het koninkrijk Butuan in de hedendaagse Filipijnen.
In het jaar 192 was het gebied van Champa volgens Chinese geschriften voornamelijk gesitueerd in het gebied dat overeenkomt met de hedendaagse provincie Bình Thuận in het zuiden van Vietnam. Tijdens de 3e eeuw, ongeveer 248, volgde een snelle expansie noordwaarts en voor een korte periode veroverden ze zelfs het dal van de Rode Rivier (Vietnam) (Song Hong) in Tonkin en zuidelijke Chinese provincies op de Chinese Han dynastie. Tijdens de 4e eeuw en 5e eeuw heroverden de Chinezen de verloren gebieden. In 543 viel Champa opnieuw Vietnam aan, maar werd verslagen door de troepen van Pham Tu een generaal onder koning Ly Bon.
Tot de 8e eeuw verloor Champa langzaam zijn noordelijke gebieden totdat het ongeveer het huidige centraal (Annam) Vietnam en zuid Vietnam (Cochin China) besloeg. In het zuiden daarentegen veroverde het langzaam de gebieden van het koninkrijk Funan.In 982 viel Dai Viet Quoc (Vietnam) onder leiding van Ly Thuong Kiet opnieuw Champa binnen. De Chams verdedigden hun rijk succesvol, maar werden toch teruggeworpen tot het zuiden van de hedendaagse provincie Thanh Hoa (provincie). In 1069 viel Dai Viet Quoc onder koning Ly Thanh Tong opnieuw Champa binnen, plunderden Vijaya en namen de Cham koning Rudravarman III (Che Chu) gevangen. Ze lieten hem gaan in ruil voor de annexatie van de provincies Dia Ly, Ma Linh en Bo Canh (de hedendaagse provincies Quang Binh en Quảng Trị.
In de 12e eeuw viel het rijk van de Khmers Champa binnen en veroverde de delta van de Mekong. Maar in 1217 werden Champa en het Khmer-rijk bondgenoten in de strijd tegen Vietnam, een gezamenlijke strijdmacht overwon een Vietnamees invasieleger. De Khmers gaven hierop tijdelijk de Mekong delta terug aan Champa. Laat in de 13e eeuw viel het Mongoolse leger van Koeblai Khan Champa binnen en bezette het land vijf jaar lang, totdat het in 1287 door de Vietnamezen bevrijd werd.
In 1307 trouwde koning Jaya Sinhavarman III (Che Man) met de Vietnamese prinses Huyen Tran, en vanaf dat moment stonden de Vietnamezen alleen nog maar door hen gecontroleerde koningen op de troon van Champa toe.
Alleen koning Che Bong Nga verzette zich hier nog tegen en slaagde erin de delta van de Rode Rivier te bezetten en Thang Long (Hanoi) te plunderen in 1372. Hij stierf op het slagveld in 1382. Zijn opvolgers slaagden er echter niet in om het herwonnen gebied te behouden. In 1402 viel Ho Quy Ly Champa binnen en dwong koning Campadhiraya om Indrapura (nabij Đà Nẵng in het hedendaagse Quang Nam) en Amaravati aan Vietnam af te staan.
In 1471, na een langzame expansie naar het zuiden door het Vietnamese keizerrijk Dai Viet Quoc, veroverde een leger van de Vietnamese Le dynastie de belangrijkste gebieden van het koninkrijk Champa rond het huidige Đà Nẵng. Champa verloor ongeveer 60.000 soldaten en ongeveer 60.000 mannen werden afgevoerd in Vietnamese slavernij. Hierdoor werd Champa gereduceerd tot enkele gebieden rond Nha Trang en uiteindelijk in 1822 volledig door Vietnam geannexeerd.

terug inhoud