ThailandThailand, officieel het Koninkrijk Thailand, is een koninkrijk in Zuidoost-Azië. De hoofdstad van Thailand is Bangkok. Tot 1939 heette het land Siam. De Thaise naam van het land is "Prathet Thai", waarbij Prathet land betekent en het woord Thai vrij betekent. Thailand betekent dus letterlijk "vrij land". Thailand wordt in het oosten begrensd door Laos en Cambodja, in het westen door Myanmar en de Andamanse Zee, in het uiterste zuiden door Maleisië en in het zuidoosten door de Golf van Thailand, een onderdeel van de Zuid-Chinese Zee. De nationale feestdag is 5 december, de verjaardag van de huidige koning Rama IX Bhumibol Adulyadej. De munteenheid is de baht, onderverdeeld in 100 satang. Thailand heeft twee volksliederen: een burgerlijk volkslied (Phleng Chat) en een koninklijk volkslied (Phleng Sansasoen Phra Barami, dat tot 1932 als nationaal volkslied werd gebruikt). BevolkingVolgens een niet-officiële schatting door het Amerikaanse Bureau of the Census had Thailand in 2009 een inwoneraantal van bijna 66 miljoen mensen.De bevolking is ongelijkmatig over het land verdeeld. De noordelijke hooglanden hebben de laagste bevolkingsdichtheid terwijl de centrale laaglanden en het zuidelijke deel van het schiereiland dicht tot zeer dichtbevolkt zijn. De Thaise bevolking bestaat voor ongeveer 90% uit Thai. De grootste minderheidsgroep wordt gevormd door de Chinezen, die zich echter vrij sterk met de Thai hebben vermengd. De Chinezen vormen een belangrijk deel van de 'toplaag' in de Thaise samenleving. Zoals elders in Zuidoost-Azië hebben velen zich gespecialiseerd tot handelaren. Ondanks de aanzienlijke assimilatie treden karakterverschillen tussen de Thai en de Chinezen soms aan het licht. De Thai trokken sinds de 10e eeuw groepsgewijs vanuit Zuid-China het huidige Thailand binnen. In Thailand vermengden de Thai zich met de Khmers, de Mons en andere volkeren, in de 13e eeuw werden ze er de dominante bevolkingsgroep en ontstonden er Thai-rijken. Een typische Thai heeft zwart sluik haar en een lichtbruine huid. Het is een ongeschreven wet onder de Thai dat men zich innemend gedraagt en hoffelijk overkomt. Zowel economisch als cultureel blijkt het Thaise volk een groot aanpassingsvermogen te hebben, snel te kunnen overschakelen naar nieuwe situaties, en gemakkelijk elementen uit andere culturen te kunnen overnemen. In de noordelijke provincies woont een scala van etnische minderheden. De meesten zijn bergbewoners die sinds de vorige eeuw Thailand vanuit het noorden (voornamelijk uit Myanmar en Laos) zijn binnengetrokken. Een aantal van die volkeren zijn de Akha, de Lisu, de Karen, de Hmong en Chinezen aangesloten bij of sympathiserend met de Kwomintang, verdreven uit China na de communistische revolutie Alhoewel de bergvolkeren in totaal nog niet één procent van de totale bevolking uitmaken, zijn ze heel belangrijk voor Thailand. Ze behoren namelijk tot de grootste 'toeristische attracties' van het land. De vooroordelen over deze volkeren zijn aanzienlijk. Hoewel de koning zich intensief bezig houdt met het verbeteren van het lot van de bergvolkeren, wordt door vele Thai minachtend over hen gedacht. De Akha-stam wordt zelfs i-kars genoemd, wat vrij vertaald 'onbeschaafde slaaf' betekent. In werkelijkheid vormen de bergvolkeren een kwetsbare groep, die vaak bloot staat aan veediefstallen en doordat ze geen Thais staatsburgerschap hebben, gemakkelijk van hun grond verdreven kunnen worden. Onder vele bergstammen is een duidelijke verarming te constateren. De meeste informatie die erover verspreid wordt is summier en betreft vaak uit hun verband gerukte etnische eigenaardigheden, die dienen om de zucht naar het exotische en primitieve van de toerist te behagen. Ten slotte zijn er nog enkele andere minderheden in Thailand:
TaalDe officiële taal is het Thai, dat de moedertaal is van ongeveer 90% van de bevolking. Binnen de Thaise taal kunnen er vier grote dialecten worden onderscheiden:
Het Thai is tonaal, het kent vijf toonhoogten namelijk hoog, middel (op gewone hoogte), laag, dalend en stijgend. Thai is de grootste taal van de Tai-Kadai taalfamilie, en heeft een oorsprong in Guangxi in het zuidoosten van China, waar nog steeds verwante talen worden gesproken (Zhuang-Dong). De talen in deze familie zijn niet verwant aan het Mandarijn, maar hebben een beperkt aantal kenmerken gemeenschappelijk. Het Thaise schrift is afgeleid van het Khmer-schrift (en dat is weer afgeleid van het Bramaanse schrift). De traditie leert dat de eigenheid van het Thaise schrift in 1283 is ontworpen door koning Ramkhamhaeng, maar volgens historici en taaldeskundigen uit andere landen was zijn invloed minder groot. Het huidige alfabet telt 45 klinkers en 44 medeklinkers. ReligieDe belangrijkste stroming van het boeddhisme in Thailand is het theravadaboeddhisme. Bestuurlijke indelingBestuurlijk is Thailand onderverdeeld in 76 changwats (provincies). Deze zijn onderverdeeld in 642 amphoe (districten) en 78 King amphoe (subdistricten). De subdistricten zijn weer onderverdeeld in 7236 tambon (gemeentes) die weer onderverdeeld zijn in 55.746 moo baan (dorpen) en 123 tesaban (steden) GeografieThailand is opgedeeld in 76 provincies:
LandschapHet noorden van Thailand is uitgebreid bebost met een geheel ander bostype dan de rest van Thailand. Deze bossen worden voornamelijk gevormd door bladverliezende bomen zoals de teakboom. Het noorden heeft ook veel bergen, waar de bergvolkeren hun verblijfplaats vinden. De hoogste berg in Thailand is de Doi Inthanon (2590 m.). In dit gebied lopen vele riviertjes door diepe valleien naar een centraal vruchtbaar gebied. In het noordoosten bevindt zich het droge en onherbergzame Khorat Plateau dat gemiddeld 250 meter boven zeeniveau ligt. Delen ervan zijn zo onvruchtbaar en ogen zo schraal dat het gebied ook wel de Huilende Vlakte wordt genoemd. Verder naar het zuiden ligt het rivierengebied. De Thaise hoofdstad Bangkok ligt aan de Chao Phraya-rivier waar die uitmondt in de Golf van Thailand. Het zuiden van Thailand ligt op het smalle schiereiland Malakka, tussen de Golf en de Andamanse Zee. Dit deel van het land bestaat uit een bergketen die begroeid is met tropische regenwouden. Opmerkelijk hier zijn de kaarsrecht omhoog rijzende kalksteenrotsen. Voor de kust liggen honderden eilandjes, elk met zijn eigen verhaal en zijn eigen geschiedenis. KlimaatThailand kent een tropisch klimaat. In het noorden van Thailand is er een tropisch savanneklimaat, in het zuiden een tropisch moessonklimaat. Het moessonklimaat houdt in dat er een regenseizoen is (de moesson), en een lange droge periode. Het savanneklimaat houdt in dat zomers nat zijn, en winters droog, Sommige gebieden in Thailand vallen onder het tropisch regenwoudklimaat, dan is er geen droge periode. Het regenseizoen in Thailand kenmerkt zich niet door dagenlange regen. Er vinden echter korte hevige regenbuien plaats, ongeveer een à twee keer per dag. Thailand is groot en uitgestrekt, het Noorden en Zuiden zijn daardoor niet gelijk qua klimaat. Het Noorden is in de zomer warmer, en in de winter kouder dan het Zuiden. De gemiddelde temperatuur in Thailand is zo'n 27 graden. StedenDe hoofdstad van Thailand is Bangkok. Enkele andere grote steden zijn:
Badplaatsen
PolitiekThailand is een van de weinige landen in Zuidoost-Azië die nooit werden gekoloniseerd. Als staatsvorm heeft Thailand een parlementaire constitutionele monarchie met een koning van de Chakri-dynastie aan het hoofd van het land en een minister-president aan het hoofd van de regering. LandbouwIn het noordoosten is de belangrijkste bron van inkomsten de teelt van rijst, maar ook suikerriet, katoen, jute, sojabonen, cassave en pinda's worden geteeld. Aan de kusten en op de eilandjes zijn rijst, kokospalmen en rubberbomen de belangrijkste cultuurgewassen. Het zuidoosten - met name de provincie Chanthaburi - is beroemd om zijn fruitboomgaarden. Ook in het centrale deel van Thailand wordt rijst geteeld. De Thai zien de vorm van hun land graag als de kop van een olifant, waarbij het Maleisische schiereiland de lange slurf moet voorstellen. Die vergelijking ligt hier nogal voor de hand, aangezien olifanten in de Thaise oerwoudgebieden voorheen zeer algemeen voorkwamen. Tot in het recente verleden waren tamme olifanten belangrijk als rij- en lastdieren, zowel bij het wegtransport als bij het werk in de bosbouw. Tot 1916 sierde een olifant het nationale wapen van Thailand. Het dier kwam verder voor op de eerste Thaise munten. Ook tegenwoordig nog gelden de zeldzame witte olifanten voor het koninkrijk als heilige gelukssymbolen, op grond van de legende die vertelt dat Boeddha in de incarnatie van een witte olifant zou zijn opgenomen. Er zijn ook tweedaagse olifantenfeesten. Olifanten worden tegenwoordig nog slechts beperkt ingezet bij de bosbouw, maar doen nog volop dienst voor toeristische doeleinden.
|