Dambulla

Dambulla is een plaatsje in Sri Lanka, dat vooral bekend is van De gouden tempel van Dambulla, die op de Werelderfgoedlijst staat. Het ligt in de buurt van Sigiriya en ten noorden van Kandy.
Het plaatsje is gebouwd rondom een grote granieten berg, waarop het boeddhistische grottencomplex Raja Maha Vihara te vinden is. Dit complex dateert van eerste eeuw voor Christus en is het grootste en best bewaard gebleven tempelcomplex in Sri Lanka.
De omgeving wordt al bewoond sinds de derde eeuw voor Christus. In de eerste eeuw voor Christus vluchtte koning Vattagamini Abhaya (ook bekend als Valangamba) naar het gebied, vanuit Anuradhapura. De koning liet later de tempel in de grot bouwen. In de vijfde eeuw na Christus werd de stupa gebouwd.

De gouden tempel van Dambulla, die sinds 1991 op de Werelderfgoedlijst staat. Circa 12 km van Sigiriya en ten noorden van Kandy.
Het plaatsje is gebouwd rondom een grote granieten berg van circa 122 mtr hoog waarop het boeddhistische grottencomplex Raja Maha Vihara. Dit is het grootste en best bewaarde complex van Sri Lanka.
Er zijn vijf grotten onder een grote overhangende rots die te bereiken zijn ja weer via trappen. En onderweg zie je veel bedelaars en insecten bloemen e.d.
De toegang tot de Boeddhistische Holentempels (witte poortgebouwen) dateert uit de koloniale tijd. Ook hier gold schoenen uit!

In totaal zijn er 8 holen met meer dan 150beelden en wandschilderingen.
De geschiedenis van de grotten gaat terug tot de 1e of 2e eeuw voor Christus. Een koning van Anuradhapura, Valagam Bahu, moest vluchten voor de Tamils en kwam hier terecht. Er was op deze plaats al een klein heiligdom en hij vond een ideale schuilplaats en gastvrijheid bij de monniken. Later, toen hij zijn rijk had heroverd, beloonde hij deze kluizenaars met schilderingen en beelden maar veel is ook uit latere eeuwen. Sommige beelden zijn uitgehouwen in de rots, andere zijn gemetseld en weer andere zijn van hout. In totaal bevinden zich in deze 5 grotheiligdommen 153 beelden. De meeste zijn van Boeddha, maar er zijn ook een aantal beelden van Hindoegoden en Singalese koningen.
In de eerste grot ligt een grote Boeddha van 13 meter, uitgekapt in de rots.

Devaraja Lena – Cave of the Divine King (‘Grot van de goddelijke koning’)

De Cave of the Divine King is de eerste grot in de gouden tempel. Boven de ingang bevind zich een inscriptie over de oprichting van de tempel in de 1e eeuw na Christus. De grot is bijna in zijn geheel gevuld met een 15m. hoge uitgehouwen beeld van Boeddha. Bij zijn voet zit Boeddha’s favoriete leerling Ananda en bij zijn hoofd de god Vishnu, beschermer van Sri Lanka, ook wel “Devaraja” genoemd.

De 2de (Maharajalena) en de 3de grot zijn de grootste, met lange rijen Boeddhabeelden, zittend, liggend en staand en in felle kleuren beschilderd.
Alles in het schemer met een paar spotlights.

Maharaja Lena – Cave of the Great Kings (‘Grot van de grote koningen’)

De ingang van de Cave of the Great Kings ligt direct bij de ingang van de eerste grot en is de grootste grot van het complex. Volgens de inscriptie aan de ingang wordt de grot zo genoemd als eerbetoon aan de koningen die verantwoordelijk zijn voor de bouw van de tempel. De grot heeft een stoepa, 56 Boeddhabeelden en standbeelden van de koningen. In het midden van de grot ligt een kleine water bron, waarvan men zegt dat het de zwaartekracht trotseert. Het water loopt van een lager punt naar het plafond, waar het in een vat komt. Het water wordt als heilig beschouwd en gebruikt voor rituelen.

Maha Alut Vihara – Great New Monastary (‘Grote nieuwe klooster’)

De Great New Monastary is pas in de 18e eeuw door de toenmalige koning toegevoegd aan de Gouden Tempel, in de tijd dat tijdens de kolonisaties het Boeddhisme weer opbloeide. Er zijn vele wand en plafond tekeningen in de typische Kandy stijl. Daarnaast zijn er circa 60 Boeddhabeelden en een standbeeld van de koning.

De plafonds zijn geheel bedekt met geschilderde voorstellingen uit het leven van Boeddha.
Natuurlijke oneffenheden in de rots zijn goed benut en het lijkt soms net een doek.
De eeuwig vallende druppel water met helende krachten druipt uit een barst in het plafond.

Pachima Viharaya – Western Monastary (‘West-klooster’)

De Western Monastary is de kleinste grot. In het midden van de grot staat een kleine stoepa, gemaakt ter ere van de koning en zijn vrouw. Dieven hebben ooit ingebroken in deze stoepa, met het idee dat er juwelen zouden liggen. De stoepa is omgeven met meerdere Boeddhabeelden.

Devana Alut Viharaya – Second New Monastary ( ‘Tweede nieuwe klooster’)

De Second New Monastary werd vroeger gebruik als opslagplaats, totdat de Kandy koningen deze grot hebben veranderd in een heilige plaats. De grot bevat vele Boeddhabeelden, waaronder een grote liggende Boeddha. Daarnaast zijn er afbeeldingen van de Hindoe god Vishnu.

De vierde en vijfde grot zijn van een nog latere periode.

Terug inhoud